Psychologie zou als schoolvak logisch moeten zijn.
Onderzoek toont overtuigend aan dat naarmate jongeren meer weten en begrijpen van hun eigen psychologische ontwikkeling en die van leeftijdsgenoten, ze zich beter ontwikkelen, gelukkiger zijn, betere schoolprestaties halen en later als volwassene minder vaak kampen met psychische en gedragsproblemen, zoals depressie, verslaving en crimineel gedrag. Oftewel, psychologie als schoolvak bevordert de geestelijke gezondheid van jongeren en de volwassenen waartoe ze in volgende jaren zullen uitgroeien. Het maakt ze, in één woord, emotioneel intelligenter.
Jongeren die zich meer bewust zijn van hun eigen gevoelens, gedachten en de effecten van hun gedrag, zijn betere piloten van hun eigen leven. Hun vermogen zichzelf gerust te stellen of te kalmeren, angst te tolereren, irritatie of agressie binnen de perken te houden en met somberheid om te kunnen gaan, is groter.
Kortom, als we waar willen maken wat wij als samenleving zo vaak roepen, namelijk dat we "het beste met onze jongeren voor hebben", dan ontkomen we er niet langer aan psychologische kennis en vaardigheden tot een kerndoel van ons onderwijsstelsel te maken. En hoe jonger ze die verwerven, hoe langer ze daarvan profijt hebben.
Aldus René Diekstra, auteur van "In gesprek met je ouders", in een NoordhollandsDagblad.nl artikel waarin hij pleit voor jong beginnen met het analyseren en begrijpen van gedachten, gevoelens, en gedrag. Bij jezelf en bij je omgeving.