Het vormen van een zelfbeeld begint al in je vroege jeugd.
Net zo goed als dat je de mensen om je heen leert kennen, leer je ook jezelf steeds beter kennen en begrijpen. Wat het lastig maakt is dat andere mensen ook invloed hebben op jouw zelfbeeld. In eerste instantie zijn dat vooral je ouders. Op latere leeftijd heeft ook je thuis- en werkomgeving invloed op je zelfbeeld.
Mensen met een positief zelfbeeld maar met een gezonde dosis zelfkritiek, zitten meestal het best in hun vel. Ze staan open voor de mening van anderen, zijn bereid zichzelf te ontwikkelen op de punten waar ze zich beperkt voelen, maar laten zich niet dusdanig door anderen beïnvloeden dat ze er boos of ongelukkig van worden. Dat evenwicht is iets om na te streven. Probeer de volgende zes vragen zo eerlijk mogelijk te beantwoorden.
1. Hoe zie jij jezelf?
2. Beschrijf je karakter eens.
3. Wat vind je van jezelf?
4. Wat zijn jouw kwaliteiten?
5. Wat zijn je beperkingen?
6. Wat zijn je gevoeligheden?
Zijn je antwoorden alleen maar negatief, dan mag je jezelf wat vaker een compliment geven en je kwaliteiten benoemen. Zijn al je antwoorden positief, dan ben je mogelijk niet kritisch genoeg naar jezelf en leg je de verantwoordelijkheid voor dingen die misgaan vaak bij anderen. Meer nieuwsgierig zijn naar hoe familie en collega's je ervaren kan dan helpen. Ben je al helemaal in balans met jezelf? Hou dat dan zo en help anderen hetzelfde te bereiken.
Aldus een texel-kompas.nl artikel over het bekrachtigen van je eigenheid.